Gebruik deze rekenhulp om te bekijken aan welke voorwaarden jouw ontwerp, plan, plangebied of ontwikkeling in het geval van nieuwbouw moet voldoen. Om bestand te zijn tegen het veranderende klimaat, met hevigere regenbuien, is het belangrijk dat we regenwater zoveel mogelijk opvangen. Zowel op openbaar terrein als op privéterrein. Deze rekenhulp is gemaakt om te helpen bij het in beeld brengen van de wateropvang op privéterrein.
We adviseren om groene maatregelen te nemen om regenwater op te vangen. Zoals de tuin of oprit vergroenen of een groen dak aanleggen. Groene maatregelen hebben minder onderhoud nodig en zijn naast het opvangen van regenwater ook belangrijk om in de zomermaanden hitte tegen te gaan. Verder is groen ook belangrijk voor insecten en om de natuur te versterken.
Vul hieronder stap voor stap jouw gegevens in. Zijn termen onduidelijk? Klik op de i of bekijk de begrippenlijst. Tot slot kun je het resultaat als PDF downloaden en opslaan. Deze moet meegestuurd worden met de vergunningsaanvraag.
Aangemaakt op / tool versie 1.0 / link
1
Geef hier aan wat de plek en de grootte van de ontwikkeling is waarvoor deze rekenhulp wordt ingevuld.
De kaveloppervlakte bereken je loodrecht van boven gezien. In de vervolgstappen specificeer je de onderdelen van de kavel. Dit zijn alle daken en alle oppervlakken op het maaiveld. Deze onderdelen bij elkaar vormen de kavel. De optelling van de oppervlaktes van deze onderdelen moet dus gelijk zijn aan de totale kaveloppervlakte.
2
De rekentool gaat uit van de hoeveelheid regenwater die in Groningen in een jaar gemiddeld valt. Dat is 825 liter per vierkante meter. De wateropbrengst van een dak in een jaar wordt berekend als 825 × de vierkante meter dakoppervlakte, in liters.
Als op het dak een regenwatergebruiksinstallatie is aangesloten kan het opgevangen regenwater gebruikt worden voor bijvoorbeeld toiletspoeling, wasmachine of tuinbesproeiing. Hoeveel water er wordt gebruikt hangt af van het type gebouw en wat daarin gebeurt. Daarom vraagt de rekenhulp naar het type gebouw en welk regenwatergebruik daarin plaatsvindt.
Op basis van de wateropbrengst en het watergebruik kun je de optimale grootte van de watertank van de installatie uitrekenen. De wateropbrengst van het dak of de daken en het gebruik van het opgevangen regenwater in het gebouw of de gebouwen moeten enigszins in evenwicht zijn. Als er namelijk meer water nodig is dan in de watertank zit dan moet er leidingwater gebruikt worden. En als er veel water in de watertank zit dat lang niet wordt ververst, kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid. De rekentool kiest de grootte van de watertank van een regenwatergebruiksinstallatie op basis van de kleinste van de wateropbrengst en het watergebruik per jaar. Dit wordt omgerekend naar het volume per maand.
De watertank van een regenwatergebruiksinstallatie draagt voor de helft bij aan de waterberging.
Meer informatie over hoe je regenwater kunt gebruiken als onderneming zie je op Groningen Werkt Slim. Hoe je regenwater kunt gebruiken als inwoner zie je op Duurzaam Groningen.
Zie ook de Klimaatsubsidie op Duurzaam Groningen voor de aanleg hiervan.
De totale wateropbrengst is 0 m³ per jaar.
De totale wateropbrengst is 0 m³ per jaar.
Het totale regenwatergebruik is 0 m³ per jaar.
De beste watertankgrootte is afgerond 0 m³.
Deze watertank kan 0 m³ water bergen.
Buffervoorzieningen dienen als opvang van regenwater voor korte of langere tijd. Dit regenwater kan hier langzaam infiltreren om het grondwater aan te vullen of wordt afgevoerd.
Elke voorziening moet een overstort hebben die het water afvoert wanneer de voorziening te vol raakt. Je kunt ook voorzieningen schakelen via hun overstort. Bijvoorbeeld een groendak dat overloopt via een greppel naar een verlaagd grasveld en daarvandaan naar oppervlaktewater of riool.
Buffervoorzieningen kunnen zichtbaar of onzichtbaar aangelegd worden. Hun waterbergingsbijdrage wordt altijd opgeteld bij de waterbergingsbijdrage van groendak, halfverhard en groen maaiveld van het hele perceel, onafhankelijk van de oppervlakte van het dak of maaiveld waarin of waaronder ze zichtbaar of onzichtbaar aangelegd worden. De oppervlakte en waterbergingsbijdrage van groen maaiveld bijvoorbeeld is dus onafhankelijk van de oppervlaktes van alle bovengrondse buffervoorzieningen erin. Een groene bovengrondse buffervoorziening is soortenrijk als de planten bestaan uit drie of meer verschillende soorten, die van oorsprong in Nederland voorkomen. Het is handig om elke voorziening een "naam" te geven zoals "grindstrook rond schuur" of "kratten onder terras". Dit maakt het lezen van de download gemakkelijker.
Groen in een stad heeft een positief effect op de biodiversiteit, het koelen van de omgeving en de gezondheid van mensen. Hoe groter de oppervlakte van het groen, hoe meer effect.
Bomen hebben een groter effect dan gewone planten en planten weer meer dan een gazon. Dit komt door de hoeveelheid bladeren en de grootte van het blad. Het bladoppervlak staat namelijk in contact met de lucht en zorgt door verdamping voor afkoeling van deze lucht. Nog meer effect op lokale verkoeling heeft de schaduwwerking van het bladoppervlak.
De natuurbijdrage van een perceel bestaat uit de som van alle aparte bijdragen van groen en faunavoorzieningen op het perceel, dus inclusief die van een groendak en groen maaiveld.
Hier kun je extra natuurvoorzieningen beschrijven.
Zie ook de tips en kortingen over natuurinclusief bouwen op Duurzaam Groningen.
3